Leeskring
 
  • Lees een boek.
  • Bereid een stukje voor dat goed bij het boek past (bijvoorbeeld een grappig stukje bij een grappig boek, een spannend stukje bij een spannend boek).
  • Zoek wat informatie over de schrijver/schrijfster.
  • Zoek wat informatie over de illustrator/illustratrice.
  • Maak een heel korte samenvatting over het boek. Vertel vooral wat belangrijk is om het stukje dat je gaat voorlezen te begrijpen.
  • Maak drie tot vijf vragen. Zorg ook voor een paar vragen waar een mening in voorkomt. Bijvoorbeeld: Wat zou jij doen als...?
  • De hele leeskring mag niet langer duren dan 15 minuten.
  • Het voorlezen mag niet langer duren dan 5 minuten.
  • Geef je mening over het boek.
  • Vraag om vragen, tips en tops.



Boekverslag

klik op de boekenwurm




Nieuwsbegrip

Op dinsdag hebben we een les over begrijpend lezen. Deze les starten we samen op. Na een instructie gaat ieder op zijn eigen niveau zelfstandig verder.
Aan het einde van de week moeten de computeropdrachten van de Nieuwsbegriples gedaan zijn.
Dit zijn tekstbegrip en woordenschat.